n mei kochten ze het casco en dat vaarseizoen
gingen ze varen, nog zonder mast.
Wiedse: “We zagen de mogelijkheden; we hoefden
niks te slopen, maar konden meteen beginnen met
opbouwen. Ik weet niet of Marleen het allemaal had
voorzien hoeveel werk dat zou vergen, maar ik wist dat
het omvangrijk was. Mijn vader heeft 9 jaar aan een
casco gewerkt. Aan het eind van een winterperiode ben
je dat geklus wel zat, hoor… We hebben goed overlegd:
wat doen we? Hebben we het er voor over om ieder
weekend in de boot te steken en hem af te maken?
Want je moet het wel helemáál afmaken…”
Dat eerste jaar gingen ze in een nog kale boot zonder
mast op vakantie. “Met een aanrechtje van spaanplaat
en een laken als toiletdeur.” Marleen: “We kiezen niet
voor alle mogelijke luxe aan boord. We vinden het
vooral belangrijk dat een boot prettig zeilt. En deze
heeft al meer luxe dan we gewend waren.”
Ook hun levensstijl pasten zij aan hun plannen aan:
geen riante woning maar een klein huurhuis, spaarzaam
leven en alle geld in de boot stoppen.
GEEN VERTREKKERSBOOT
Hoewel ze er wel een lange reis mee maken, is de
Knut
níet als specifieke vertrekkersboot gebouwd. Wiedse:
“Dat is een bewuste keuze. We hadden in een vroeg
stadium contact met oud-vertrekker en expert Olav
Cox en die wees ons er bijvoorbeeld op dat je niet per
se voor een jaar vertrekken een watertank voor 300
I