Het Grote Meren district is een agrarisch gebied waar veel Nederlanders
naartoe getrokken zijn. Vrijwel iedere dag krijgen we spontaan bezoek van
mensen die even hun moedertaal willen spreken. We worden overladen
met Hollandse lekkernijen als kaas, erwtensoep, kersen en eigen gemaakte
jams. Wildvreemden bieden ons hun auto en zelfs hun douche aan. Van
sportvissers krijgen we heerlijke zalm en forel aangeboden. Zoveel
gastvrijheid hebben we op onze hele wereldreis nog niet meegemaakt.
Van alle meren is Lake Huron en vooral Manitoulin island in het noorden
onze favoriet. Helaas hebben wij niet veel tijd voor dit mooie gebied. We
hoppen er in vijf dagetappes doorheen. Hoe westelijker we komen hoe
ongerepter de natuur. De baaien zijn omzoomd door geurende
naaldbossen. Er zijn wilde bloemen en heel veel vlinders en vogels. Op de
ankerplekken barst het van de wilde ganzen. Af en toe springt er een zalm
uit het water. Behalve een klein watervliegtuigje dat rondjes draait boven
onze boot, zien we geen enkel teken van menselijk leven. Even hebben we
de wereld voor onszelf.